Heilzame natuur om van te smullen.

Het lindebos

Naast Linde tref je ook de eik, wilde kers, es en beuk aan.

Eetbare natuur

Lekker smullen van het jonge blad van de linde of voeg wat jong blad van de schapenzuring toe aan je salade

Ontdekkingsreis

Samen de handen uit de mouwen steken om meer te smullen uit de heilzame natuur.

Kruiden

Vele kruiden hebben medicinale eigenschappen en versterken het lichaam op een holistische wijze.

De Blik

De laat middeleeuwse veldnaam voor een ven en de naamgever van het terrein

Heilzame natuur

Vele inlandse bomen, struiken en kruiden hebben een heilzame werking. Denk aan de lindebloesem, paardenbloem en brandnetel.

Sinds 2008 zijn 4,5 hectare landbouwgrond omgevormd tot inheemse bossen en soortenrijke graslanden. 

De naam "De Blik" komt uit de laat-middeleeuwse West-Brabantse veldnamen en verwijst naar een ven of afvoerloze laagte.

Wij zijn Harrie en Colinda, twee mensen die een diepe verbondenheid met de natuur hebben.


Harrie begon al op jonge leeftijd met het werken in de moestuin, waar hij bijvoorbeeld ook heideplantjes kweekte.


Hoewel hij van dit werk geen carrière heeft gemaakt, is zijn passie voor de natuur altijd blijven bestaan.


Colinda daarentegen, vindt ze vreugde in de natuur door te wandelen en actief bezig te zijn in het groen.

Voor ons is de natuur niet alleen een plek om te genieten, maar vooral een bron van inspiratie en ontwikkeling.

We hebben ervoor gekozen om vrij in de natuur te wonen, een plek waar we elke dag kunnen ervaren hoe de natuur zich ontwikkelt.


Dit proces van groei en verandering vinden we bijzonder verrijkend. Tegelijkertijd streven we ernaar om zo duurzaam en gezond mogelijk te leven.

Onze woning is dan ook omgebouwd tot een energie-neutrale en gasloze woning, en onze elektrische auto wordt aangedreven door zonne-energie.


We zijn trots op het feit dat we zoveel mogelijk eten uit onze eigen moestuin, waarmee we een directe verbinding hebben met de natuur om ons heen.

Over ons.


Hoewel we geen formele opleiding in natuurbeheer hebben, hebben we onszelf steeds verder ontwikkeld en verdiept in dit vakgebied.


Door onze nieuwsgierigheid en betrokkenheid bij de natuur hebben we veel geleerd en blijven we ontdekken wat er mogelijk is in het behouden en versterken van de biodiversiteit.


Voor ons is de natuur niet alleen een plek om te wonen, maar een leefomgeving die ons inspireert om steeds duurzamer en bewuster te leven.

De holistische benadering van de natuurgeneeswijze spreekt ons erg aan.


Nog belangrijker vinden we het om preventief te zijn door aansterking en ondersteuning van je lichaam.

Bijvoorbeeld het regelmatig drinken van thee van salie en tijm vermindert de kans op griep. Ook geloven wij erin dat gezond eten (verse groenten, veel fruit en af en toe een lekker stukje goed vlees of vis) zeker bijdraagt aan een gezond en lang leven.

Geschiedenis

De naam "De Blik" roept vaak nieuwsgierigheid op. Iedereen in de omgeving noemt ons terrein zo, maar wat betekent het eigenlijk?

Na een grondige zoektocht ontdekten we dat de naam een laat-middeleeuwse West-Brabantse veldnaam is voor een ven of afvoerloze laagte. Dit kwam niet alleen naar voren uit historische bronnen, maar was ook duidelijk aanwezig tijdens de aanleg van ons terrein.

Ons terrein beslaat meer dan 4,5 hectare en wordt in het midden doorsneden door de Heimolendreef. Precies in het hart van dit mooie stuk natuur bevindt zich onze woning met bijgebouwen, die inmiddels al drie generaties lang in de familie is.


Maar de geschiedenis van het terrein gaat veel verder terug.

Rond het jaar 1800 maakte het deel uit van de Achterhoek van Bosschenhoofd, gelegen in de gemeente Hoeven. Zoals de naam al doet vermoeden, was dit een uitgestrekt en grotendeels onbewoond gebied. In die tijd werd het zuidelijk gelegen perceel al gebruikt voor landbouw, terwijl ten noorden daarvan slechts een zandweggetje te vinden was.


De Heimolen, die nu centraal staat, bestond toen nog niet. Het terrein bestond grotendeels uit twee delen: de hogere grond, die bedekt was met heide, en het lagere gedeelte, dat bekend stond als 'groenland'.

De geschiedenis van De Blik is verweven met het landschap en de ontwikkeling van het gebied, en we zijn trots om deze erfenis te koesteren en verder te ontwikkelen.

Het gebied dat we nu kennen als De Blik, heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot de tijd voordat het voor landbouw werd gebruikt. Het groenland was oorspronkelijk onderdeel van een afvoerloze laagte, die in de zomer waarschijnlijk als hooiweide diende voor boeren uit de buurt, terwijl het in de winter onder water stond. Gezien de naam "De Blik", kunnen we concluderen dat dit gebied, voordat het voor landbouw werd aangewend, waarschijnlijk een ven was.


In 1866 werd ten noorden van het zuidelijke perceel een boerderij gebouwd. Volgens overlevering is deze boerderij ooit afgebrand, maar de restanten werden herbouwd. In 1922 kocht opa de boerderij op een openbare veiling voor 2.200 gulden en plantte vier lindebomen aan de zuidzijde van het gebouw om in de zomer voor wat verkoeling te zorgen.


Rond 1890 werd een afvoersloot gegraven om het groenland beter te kunnen ontwateren. Dit maakte het mogelijk om het gebied intensiever voor landbouw te gebruiken, waardoor het ven vermoedelijk verdween. De hogere delen van het terrein werden door opa en zijn zonen met de hand ontgonnen, een zware klus die plaatsvond tijdens de crisisjaren van de jaren 30.


In 1953 namen opa's dochter (onze moeder) en haar man (onze vader) het terrein over, en werd het gebruikt voor landbouw als nevenverdienste. Gedurende deze tijd werd het land niet intensief bewerkt, en het hogere gedeelte van het terrein bleef vrijwel in zijn oorspronkelijke profiel. Terwijl veel omliggende percelen afgegraven en geëgaliseerd werden, bleef dit deel onaangetast – vandaar dat het altijd bekend stond als 'het hoog'.


Tot 2008 bleef het terrein in gebruik voor de landbouw, hoewel het nooit echt intensief werd geëxploiteerd. In 1963 werd er een nieuwe woning gebouwd, waardoor het woongedeelte in de oude boerderij verviel. In 1996 werd de boerderij gesloopt en vervangen door een moderne schuur, maar de lindebomen bleven behouden. Deze bomen zorgen niet alleen voor schaduw in de plantenkas, maar bieden ook onderdak aan bijen. Tijdens de bloei is het dan ook duidelijk waarom de linde de bijnaam 'bijenboom' draagt: het zoemt er dan dat het een lust is.


Bij de gemeentelijke herindeling van 1997 werd het gebied ten zuiden van de A58 toegevoegd aan de gemeente Rucphen. Als derde generatie hadden wij geen interesse in de kleinschalige landbouw, maar door onze passie voor de natuur hebben we in 2008 besloten het gehele terrein om te zetten naar natuurgrond. We zijn eigenlijk weer teruggekeerd naar de oorsprong van het gebied.


Het terrein vormt nu een belangrijk deel van de verbindingszone tussen de Bosschenhoofdse bossen (Pagnevaart) en de Rucphense Bossen, en draagt zo bij aan de biodiversiteit en het herstel van de natuurlijke omgeving.

Het huidige natuurterrein

De omvorming van landbouwgrond naar natuurgrond heeft behoorlijk wat denkwerk nodig gehad.

We hebben er voor gekozen om zoveel mogelijk de historische natuurwaarden te herstellen. Dit past namelijk vanuit ecologisch oogpunt erg goed. In de sloten zien we al vanzelf heide ontwikkelen.


Op zich is dat logisch, als je naar de geschiedenis kijkt. Maar tevens is het een bevestiging dat je de mogelijkheden van de gronden goed moet ‘lezen’ om de historische natuurwaarden daadwerkelijk te kunnen herstellen.


Wat heeft dat nu allemaal opgeleverd?

Het perceel aan de zuidzijde is voor ongeveer de helft aangeplant met het in Nederland oorspronkelijke lindebos. Een lindebos groeit op relatief voedselrijke grond en dat past derhalve bij de historie van het intensievere landbouwgebruik.

Dit perceel is namelijk sinds eeuwen behoorlijk voorzien van stalmest en daardoor voedzaam. Het lindebos bestaat uiteraard uit linde maar ook eik, wilde kers, es en beuk. Het middengedeelte van dit perceel is een kruidenrijk grasland geworden. Na enkele jaren kwamen we er achter dat vanwege de voedselrijke grond de kruidenontwikkeling achterbleef.


Zelfs de verschralingsmaatregelen hadden onvoldoende effect. Vandaar dat gekozen is voor een kruidenrijke graanakker. Het graan wordt niet geoogst en is daardoor enerzijds een goede voeding voor de fauna maar tevens ook een goede schuilplek.


De randen van het noordelijke perceel zijn ingericht als een eiken- berkenbos. Uiteraard zijn hier de eik en berk geplant maar ook de vuilboom, den en hulst. Het hoge gedeelte is een kruidenrijk grasland geworden.


Hier heeft het verschralingsbeheer door middel van maaien en afvoeren wel een goed effect. Dit zien we bijvoorbeeld aan de spontane (kleinschalige) ontwikkeling van heide. Met het afgevoerde gras zijn we nu testen aan het uitvoeren om bokhasi te maken als bemesting voor de moestuin.

Zodoende kan alles op eigen terrein gebruikt worden. Op het open stuk hebben we enkele vliegdennen geplant en daarbij de jeneverbes geplaatst, ook erg passend.

Het lage gedeelte aan de noordzijde is een laagte teruggebracht. In de natte periodes is hier volop water aanwezig. De uitkomende grond is gebruikt voor het aanbrengen van een wal aan de noordzijde waarop diverse inlandse struiken zijn geplant.


Vooral bloemenrijke en bessenrijke struiken zijn gebruikt om als voedsel te dienen voor insecten en vogels.


Wat vooral opvalt is dat juist de diversiteit in beplanting en zo min mogelijk ingrijpen leidt tot een grote diversiteit in de aanwezigheid van insecten, klein wild en vooral de aanwezigheid van roofvogels. Naar ons idee een bewijs dat de natuur zelf haar werk kan doen.

Wil je ontdekken wat de paardenbloem voor heilzame werking kan hebben?

De aanleg

En als dan alle plannen gemaakt zijn, moeten ze ook nog eens uitgevoerd worden. Samen even 5000 boompjes planten, daar zijn we even mee bezig geweest. We hebben dit allemaal met de hand aangeplant. En dat in een winter met veel sneeuw en regenval, maar we hebben doorgezet.


Omdat vooral aan de overzijde de grond hooggelegen is en daardoor ook behoorlijk droog, waren we bang dat er veel bosplantsoen dood zou gaan. Behalve dat we dan opnieuw zouden moeten planten wilden we ook dat het bosplantsoen lekker snel zou kunnen gaan groeien.


We hebben er dan ook voor gekozen om druppelslang te leggen zodat we de mogelijkheid hebben om elk boompje individueel water te geven. Het resultaat mag er zijn want er is nagenoeg niets dood gegaan.

Het bosplantsoen is in een stramien van 1.5 meter aangeplant: 2250 boompjes per hectare. Het voordeel van deze plantdichtheid is dat je snel bosvorming en bodembedekking bereikt.


Het is wel zo dat er uiteindelijk maar 1 van de 8 over zal blijven. Gedurende de eerste 20 jaar zullen er vele bomen gekapt moeten worden om de zogenaamde blijvers voldoende ruimte te geven. Met de aanplant hebben we hier al rekening mee gehouden door van elke soort een groep te planten van circa 8 bomen waarvan er uiteindelijk maar 1 over zal blijven.


We denken erover om het uitdunnen op een andere manier te gaan doen. We denken eraan de ringmethode te gaan hanteren. Dit is een methode door het verwijderen van een stukje bast waardoor de boom geen voedingsstoffen aan de wortels af kan geven. Volgens de literatuur zou de boom dan binnen enkele jaren uitgeput zijn en afsterven. Het grote voordeel is dat er staand dood hout overblijft wat ook weer een extra biotoop tot gevolg heeft. Voorts zullen de dode bomen toch nog een beetje steun geven aan de overblijvende boom.


Als deze dode boom uiteindelijk omvalt, dan zal er ook minder schade optreden aan de resterende bomen. We weten alleen nog niet hoe dat ringen nu echt uitgevoerd moet worden. We hebben al enkele testen gedaan maar de methode moet nog verder verfijnd worden.

Voorts waren de landbouwpercelen richting de sloten behoorlijk hoog. Vermoedelijk door te veel naar de kant ploegen. Ook hier hebben we grond verplaatst waardoor een langzamere overgang ontstaat tussen het hogere perceel en de sloot. Ook dit weer om diversiteit te laten ontstaan.


Het profiel van het oorspronkelijke ven is in ere hersteld. Deze wal, die aangelegd is met de grond uit het ven, creëert een afscherming maar ook weer een overgangsgebied met vele struiken en een droger deel. Hier heeft de wespendief zich een keertje tegoed gedaan aan een groot ingegraven wespennest.


Tot slot hebben we de traditionele tuin rond onze woning verwijderd en beter laten passen bij de omgeving. Sommige mensen zullen denken dat het geen tuin is (slechts enkele dennenbomen met soortenrijk gras) maar het past wel ontzettend goed in de omgeving en is zeer rustgevend.


Alle maatregelen voeren we uit met het idee dat we met een klein beetje hulp de natuur zichzelf kunne laten ontwikkelen. Dit blijkt tot nu toe erg goed te werken.

De aanleg vonden we leuk, maar nog leuker is om van de ontwikkeling te kunnen genieten.

 
 
 
 
 

Doe mee?